Oerleegte
Een aantal quotes uit hoofdstuk 3 ‘Oerleegte’.
De mens was en is op zoek naar bezieling. Gaan we terug in de geschiedenis dan zien we dat de behoefte aan transcendentie altijd heeft bestaan. Onze innerlijke zoektocht naar stilte, zingeving en vervulling die verbonden is met existentie. Een onderwerp dat terug komt in religies, mythen, filosofie en spirituele richtingen. Nu in de 21e eeuw vragen we ons nog steeds af: wat geeft ons inspiratie? Hoe komt het dat de ene mens zijn gedrevenheid kan vasthouden, en de andere deze bij tijd en wijle of zelfs permanent verliest?
Tijdens een nabij-doodervaring door een hartstilstand of heftige angst is het mogelijk om een wereld zonder tegenstellingen te ervaren. Het moment van één zijn met alles. In deze toestand is er geen behoefte aan onderscheid met de ander, situatie of omgeving. Het lijkt een soort slaaptoestand met een ervaring die achteraf wordt herinnerd. Blijkbaar kan de mens op dat moment zonder zelfgevoel bestaan. Even kom je in contact met de Oerleegte zonder tegendelen.
De Oerleegte, het domein van bezieling, wordt als een ultieme leegte ervaren waarin je geen besef van zelfgevoel, lichaam en tijd hebt of, anders gezegd, zonder zelfbewustzijn bent. De tegenpolen Zijn en Leegte vallen samen. Rationeel is deze leegte zonder oorzaak en gevolg nauwelijks te begrijpen. In een nabij-doodervaring of andere zijnservaringen geeft het de gewaarwording één te zijn met alles, waardoor negatieve gedachten en gevoelens over jezelf oplossen. Het lijkt een universele herinnering die tot overgave leidt en in ieder mens aanwezig is. Wat overbleef was de herinnering aan de enige tegenstelling die geen tegenstelling bleek te zijn. Zijn en Leegte die continu in elkaar overgingen en uit elkaar ontstonden. Alles werd één. Het Zijn en de Leegte zijn tegelijkertijd tegengesteld en één.
In de bestaansleegte van een psychose ben je op zoek naar het verloren contact met de Oerleegte en weet de Vrager bewust of onbewust dat hij dichtbij het universele weten is. In de zijnservaring ervaar je de Oerleegte waarover achteraf verteld kan worden. Je bent één met alles omdat de tegendelen wegvallen; een zelfgevoel is in deze toestand overbodig.